Nieuwe BENG-eisen voor de recreatiesector

Er is al jaren over gepraat en geschreven, maar sinds 1 januari 2021 gelden dan toch echt de nieuwe BENG-eisen voor nieuwbouw. Niet alleen voor reguliere woningbouw, maar ook de recreatiesector zal moeten geloven aan deze nieuwe methodiek.

Wat houden nieuwe BENG-eisen in voor de recreatiesector?

Uit het Energieakkoord (tegenwoordig onderdeel van het Klimaatakkoord) en uit de EPBD vloeit de verplichting voort dat alle vergunningaanvragen vanaf 1 januari 2021 moeten voldoen aan de eisen voor Bijna Energie Neutrale Gebouwen (BENG). Dat geldt voor alle nieuwe gebouwen, dus zowel woning- als utiliteitsbouw.

Omdat nieuwe recreatiewoningen worden geschaald onder de woningbouw zullen de eisen van de BENG ook moeten worden verwerkt in de vergunningaanvragen.

Welke energieprestatie-eisen worden er nu gesteld?

De BENG  stelt drie separate eisen, in de volksmond ook wel BENG-indicatoren genoemd:

  • BENG 1 energiebehoefte: de hoeveelheid energie die een gebouw nodig heeft voor verwarming en koeling, uitgedrukt in ‘thermische’ kWh per m2 gebruiksoppervlakte per jaar. Deze indicator kijkt naar een optimale kwaliteit van de gebouwschil, waarbij zowel de verhouding glas ten opzichte van dichte gevel, de mate van isolatie, de mate van kierdichting als de aanwezigheid van koudebruggen een rol speelt. Niet alleen isolatie, maar juist het samenspel van deze factoren, de vorm (geometrie) en de ligging van een gebouw zijn van belang om de energiebehoefte van een gebouw zo veel mogelijk te beperken. BENG 1 gaat over al deze factoren. Hierbij wordt gerekend met een vastgesteld ‘neutraal’ ventilatiesysteem. De energiebehoefte invullen kan met hernieuwbare of fossiele energie.
  • BENG 2 primair fossiel energiegebruik: de hoeveelheid fossiele brandstof in kWh per m2 gebruiksoppervlakte per jaar die nodig is voor verwarming, koeling, warmtapwaterbereiding en ventilatoren. Voor utiliteitsgebouwen telt ook het primair energiegebruik voor verlichting en voor bevochtiging (indien aanwezig) mee. Voor zowel woningen en utiliteitsgebouwen geldt dat, als er PV-panelen of andere hernieuwbare energiebronnen aanwezig zijn, de opgewekte energie van het primair energiegebruik wordt afgetrokken.
  • BENG 3 aandeel hernieuwbare energie: het percentage (in procenten) hernieuwbare energie van het totale energiegebruik. Diverse energiebronnen worden als hernieuwbaar aangemerkt, zoals zonne-energie, geothermische energie en bodemenergie.

TOjuli

Naast de drie BENG-indicatoren is er nog een extra eis, die moet voorkomen dat er oververhitting in woningen ontstaat, tijdens hete zomerdagen. Hogere binnentemperaturen leiden namelijk tot gezondheidsrisico’s en overlast. Het indicatiegetal TOjuli geeft per oriëntatie van het gebouw inzicht in het risico op temperatuuroverschrijding. De grenswaarde voor de TOjuli-indicator is: 1,20. Deze waarde mag niet overschreden worden. Het is verder een dimensie loos getal dat automatisch volgt uit de energieprestatieberekening voor BENG. Er hoeft dus geen extra berekening te worden uitgevoerd.

Indien TOjuli de grenswaarde van 1,2 overstijgt mag aan de hand van een dynamisch simulatieprogramma alsnog aangetoond worden dat het risico op oververhitting acceptabel blijft. De grenswaarde voor de Gewogen Temperatuuroverschrijding (GTO) wordt gesteld op maximaal 450 uur. Bij die methode telt de mate van overschrijding mee: een uur met een binnentemperatuur van 30 °C telt dan zwaarder mee dan een uur met 28 °C.

Belangrijk om te weten: als een woning voorzien is van een actieve koeling, dan wordt aangenomen dat er nauwelijks risico hoeft te zijn op temperatuuroverschrijding; er geldt dan geen eis aan TOjuli! Bij actieve koeling moeten we denken aan bijvoorbeeld een warmtepomp met koelfunctie.

Overheid houdt bij recreatiewoningen rekening met de gebruikersfunctie

De rekenmethodiek voor de bepaling van de energiebehoefte in kWh per vierkante meter per jaar (BENG 1) moet rekening houden met diverse factoren. Zo zal een vrijstaande vakantiewoning meer warmte verliezen dan een appartement in een woongebouw en zijn er bij een mobiele recreatiewoning minder aanpassingen mogelijk. Ook door de steeds warmere zomers, gaat koeling een steeds grotere rol spelen bij het bepalen van de energiebehoefte. In NTA 8800 wordt daar zoveel mogelijk rekening mee gehouden.

De BENG 1 eis voor nieuwbouw wordt bepaald door de verhouding tussen oppervlak van de gebouwschil (Als) en vloeroppervlak (Ag), de zogenaamde geometrieverhouding. Hiermee wordt een differentiatie per woningbouwtype gerealiseerd. Patiobungalows en tiny houses zijn namelijk voorbeelden van woningen die door hun relatief grote schiloppervlak moeilijk aan een vaste BENG 1 eis zouden kunnen voldoen. Om te voorkomen dat er onevenredige kosten gemaakt moeten worden om kleinere woningen aan de BENG 1 eisen te laten voldoen, is er gekozen voor een eis die afhankelijk is van de compactheid van een gebouw.

Lichte bouwwijzen, zoals houtskeletbouw- en staalframebouwwoningen, hebben echter te maken met een grotere energiebehoefte doordat het accumulerende vermogen minder is (minder massa binnen de gebouwschil). Vandaar dat er voor woongebouwen, grondgebonden woningen en vakantiewoningen (logiesfuncties anders dan in een logiesgebouw), een compensatie mogelijk is. Voor deze gebruiksfuncties in een gebouw of een gedeelte daarvan, met een naar gebruiksoppervlak gewogen gemiddelde specifieke interne warmtecapaciteit van 180 kJ/m2K of minder, bepaald volgens NTA 8800, worden de aangegeven maximumwaarden voor energiebehoefte verhoogd met 5 kWh/m2.jr.

Invloed gebouwontwerp

Vooral architecten en beheerders zullen veel merken van de nieuwe rekenmethodiek en eisen. De invloed van het gebouwontwerp op de energieprestatie is namelijk veel groter als gevolg van de overstap van EPC/EI naar kWh per m2. Zo spelen gebouwvorm, verhouding open/dicht en daglichttoetreding een veel grotere rol.

Projectontwikkelaars, installateurs en aannemers zullen daarnaast moeten zorgen voor een goede samenhang tussen installaties en gebouw. Vooral bij het aardgas loos bouwen worden de technieken belangrijk, zoals lage temperatuur verwarming en warmtepompen.

Het zal even wennen zijn, maar uiteindelijk moet er meer zekerheid zijn dat de beloofde energieprestatie ook daadwerkelijk in de praktijk wordt gehaald. En dat sluit dan weer mooi aan bij de inwerkingtreding van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen die op 1 januari 2022 van kracht wordt.

Aanpassingen voor recreatiewoningen

De BENG zorgt ook voor aanpassingen binnen de comfortwensen. Om aan de BENG-indicatoren te voldoen zal er op een andere manier verwarmt moeten worden. Maar ook tapwater zal binnen de indicatoren verwarmt moeten worden. Dit zal concessies met zich meebrengen. Op vakantie geniet men van verhoogde comfortwensen, om het behaaglijke vakantiegevoel te handhaven, zo wordt er minder snel gekeken naar de energieconsumptie. De kachel gaat snel een graadje warmer dan thuis en het sanitair gebruik is vaak iets uitgebreider dan thuis. Om aan deze vraag te voldoen zullen er flinke aanpassingen gedaan moeten worden aan de installatie. Bijkomend voordeel is wel dat de mogelijkheid tot koelen weer comfort verhogend kan werken in bepaalde jaargetijden.

Aanpassingen technische installatie en infrastructuur

Recreatieparken zullen zoveel mogelijk de huidig aangelegde infrastructuur willen handhaven. Dat houd in dat hier ook een aantal beperkingen mee gemoeid zijn. Zo is vaak de capaciteitsaansluiting van de individuele kavels berekend op een maximale aansluitwaarde van 12/16/20 Ampére, afhankelijk van het type residentie. Zo zullen er voor mobiele wooneenheden een lagere aansluiting voor handen zijn dan voor de chalets en bungalows.

Met deze waardes zal bij aanvang al rekening gehouden moeten worden, alsmede de gelijktijdigheidsfactor. Zo zal de energievraag in de winter sterk verhogen vanwege het toepassen van “all electric” woningen. Deze woningen zijn ter compensatie uitgevoerd met PV panelen. Bij het bouwen van meerdere woningen zal het overschot van de energieopwekking ook in juiste banen moeten worden geleid.

Maar ook de technische installatie zelf zal moeten voldoen aan de mogelijkheden en de beperkingen welke bouwen op een recreatiepark met zich meebrengt, afmetingen, geluidsbelasting en consumptiegedrag dient te worden meegenomen.

Bron: RVO

FAQs

Hoe werken thermodynamische panelen?

Thermodynamische panelen werken volgens het principe van de thermodynamische cyclus. Het koudemiddel in de buizen wordt door een compressor verwarmd. Het warme koudemiddel wordt vervolgens door een warmtewisselaar geleid, waar het warmte afgeeft aan het water of de ruimte die verwarmd moet worden.

De thermodynamische cyclus

De thermodynamische cyclus is een cyclus van vier processen die de warmte uit de buitenlucht onttrekken en overdraagt aan het water of de ruimte die verwarmd moet worden.

  1. Compressie: De compressor zuigt het koudemiddel aan en verhoogt de druk en de temperatuur.
  2. Verdamping: Het koudemiddel wordt geëvapareerd in de verdamper. Dit proces kost energie, die wordt geleverd door de compressor.
  3. Verdampingswarmteoverdracht: Het koudemiddel neemt warmte op uit de buitenlucht.
  4. Condensatie: Het koudemiddel wordt geconserveerd in de condensor. Dit proces geeft warmte af.

De warmtewisselaar

De warmtewisselaar is een apparaat dat de warmte uit het koudemiddel overdraagt aan het water of de ruimte die verwarmd moet worden. De warmtewisselaar is meestal gemaakt van metaal of kunststof.

Het is raadzaam om advies te vragen aan een installateur voordat je thermodynamische panelen wilt installeren. De installateur kan je helpen om de beste oplossing voor jouw situatie te vinden. Als installateur en als eindgebruiker kun je contact opnemen met Climer Benelux, dé experts in Nederland op het gebied van thermodynamische panelen. 

Thermodynamische panelen vs. de traditionele warmtepomp, wat is het verschil?

Het belangrijkste verschil tussen thermodynamische panelen en een traditionele lucht/water warmtepomp is dat een thermodynamische warmtepomp geen actieve ventilator bezit waarmee geforceerd lucht langs de verdamper wordt geblazen. Thermodynamische panelen onttrekken op een ‘natuurlijk manier’ energie uit de buitenlucht.

Thermodynamische panelen zijn dus een type warmtepomp en hebben een aantal voordelen ten opzichte van andere warmtepompen:

  • Er wordt geen actieve buitenunit toegepast bij een thermodynamische warmtepomp waardoor deze buiten volledig (0 dB) stil is.
  • Een thermodynamische warmtepomp werkt altijd. Zelfs bij koude temperaturen kunnen ze nog steeds energie onttrekken aan de lucht.
  • Een thermodynamische warmtepomp is onderhoudsarm. De thermodynamische panelen hebben geen bewegende delen en hoeven daarom niet vaak te worden onderhouden.

Traditionele lucht/water warmtepompen hebben ook een aantal voordelen:

  • Ze zijn beschikbaar in een breed scala aan vermogens, zodat ze geschikt zijn voor elke woning of bedrijf.
  • Ze zijn relatief goedkoop in aanschaf.
  • Ze zijn eenvoudig te installeren.

De keuze tussen thermodynamische panelen en een lucht/water warmtepomp hangt af van een aantal factoren, waaronder:

  • Het benodigde vermogen om het object op temperatuur te krijgen.
  • Ruimte en/of geluidscriteria. Is er ruimte om een lucht/water warmtepomp te plaatsen? Thermodynamische panelen zijn flexibel te plaatsen.
  • Het budget. Thermodynamische panelen zijn duurder in aanschaf dan normale warmtepompen.
  • De snelheid waarop een vat moet worden opgewarmd. Als er snel veel warmte nodig is, is een lucht/water warmtepomp met een hoog vermogen een betere keuze.

Het is raadzaam om advies te vragen aan een installateur voordat je thermodynamische panelen wilt installeren. De installateur kan je helpen om de beste oplossing voor jouw situatie te vinden. Als installateur en als eindgebruiker kun je contact opnemen met Climer Benelux, dé experts in Nederland op het gebied van thermodynamische panelen. 

Wat is de terugverdientijd van een warmtepomp?

De terugverdientijd is de besparing per jaar gedeeld door de totale investering. Dit is voor iedere situatie verschillend en hangt ook sterk af van de energieprijzen. Uiteraard is het zo dat als de gasprijs sterker stijgt dan de elektriciteitsprijs, de warmtepomp sneller is terugverdiend.

Bovendien is een huis dat geschikt is (gemaakt) voor en voorzien van een warmtepomp meer waard (beter energielabel).

De terugverdientijd is niet voor iedereen bepalend voor het maken van de investering in een warmtepomp. Voor veel mensen is het klimaat een belangrijke overweging: het niet meer hoeven verbranden van fossiele brandstoffen. Ook is een veelgehoorde overweging: minder afhankelijkheid.

Men kan zich ook afvragen: in hoeveel jaar heb ik mijn keuken terugverdiend?
Een warmtepompoplossing van Climer is een kwalitatief hoogstaande investering in comfort. Dat is ook wat waard.

Hoeveel kan men besparen op de gasrekening bij het toepassen van een warmtepomp?

Een warmtepomp zorgt voor een flinke vermindering (hybride, all electric ready) of volledige vervanging (all electric) in het gebruik van aardgas.
Daarvoor in de plaats gaat men meer elektriciteit gebruiken.

Een mogelijke besparing in € hangt natuurlijk van huidige en toekomstige gas- en elektraprijzen af.
Hiernaast zijn er ook factoren waar men persoonlijk invloed op heeft, waaronder de instellingen, regeling en plaatsing van de warmtepomp, het afgiftesysteem, de isolatiewaarde van het huis, het klimaat, de comfortwensen en het gedrag van het huishouden.

Door al deze factoren is iedere situatie anders en kan je hier geen bedrag of besparing aan koppelen.

In het ideale geval kun je het gasverbruik in m3 vermenigvuldigen met twee om op het extra elektriciteitsverbruik in kWh uit te komen. Dus idealiter zal 2000 m3 gas per jaar neerkomen op 4000 kWh extra elektriciteitsverbruik. In minder ideale situaties zal je rekening moeten houden met een factor 2,5 of hoger. Daarmee kun je in combinatie met de energieprijzen grofweg berekenen wat men zal besparen.

Welkom bij Climer

Climer Benelux is exclusief distributeur van Climer warmtepompen in de Benelux en dé specialist in thermodynamische warmtepompen.
Meer informatie? Bekijk onze brochure!

Ga naar de bovenkant